Wat is Kendo?
Kendo, wat letterlijk “de Weg van het Zwaard” betekend, is een Japanse krijgskunst die zijn oorsprong in de 16de eeuw terugvind. Een modern kendoka beoefend 3 aspecten die zowel mentaal als lichamelijk de nodige uitdaging bieden. Een eerste zijn kata’s, stijloefeningen die bestaan uit afgesproken bewegingen met een partner. Deze stellen korte situaties voor die een Japans krijger kon tegenkomen. Vervolgens zijn er technische oefeningen (Kihon).
Moderne kendo heeft een sterkere focus op het scoren van punten dan het doden van een vijand. Met dit doel voor ogen zijn er dan ook veel technieken en reeksen van technieken ontwikkeld. Zo een reeks bestaat vaak uit een vaste volgorde van slagen naar een doel of partner die deze afweert. Tot slot is er shiai: het sparren. Eens de basis gelegd is door kata en techniek doet een kendoka zijn bogu of harnas aan en probeert met zijn arsenaal aan technieken zijn tegenstander te verslaan door het eerst 2 punten te scoren.
Gevorderden, beginners,… hoe zie je het verschil?
In Kendo hebben we niet de gewoonte om kleurijke banden of insignes aan ons uniform te hangen. Eens in vol ornaat zien we er dus allemaal enigzins hetzelfde uit. Het enige echt persoonlijke aan ons uniform is de zekken en in mindere mate een tenugui. Een “Zekken” is in feite een hoes die over een tare komt, daarop de clubnaam en je famillienaam in latijnschrift en je voornaam in Kanji (Japanse lettertekens). Een Tenugui (letterlijk “handdoek”) is een simpele hoofddoek die we onder een helm dragen om het comfortabeler te maken; deze zijn echter in zoveel vormen en maten terug te vinden dat je vaak iemand kan herkennen aan het kleurtje dat vanonder zijn “Men” (onze helm) tevoorschijn komt.
Toch zijn er graden en enige hiërarchie aanwezig. Iemand die voor de eerste maal een dojo binnenwandelt heeft nog geen graad, al durven we zo iemand al eens een “7de kyu” noemen: je eerste examen was de beslissing nemen om eens te proberen en daardoor ben je al op weg om meer te leren. Vrij snel volgt vaak een examen voor 6de kyu. Vervolgens ga je verder en verder tot je een 1ste kyu bereikt. Vanaf dan komen de “Dan” graden, een niveau vergelijkbaar bij een zwarte band in karate of judo. Je eerste dan, Shodan, is vaak een pivotaal moment: het is op dit moment dat je beseft dat ondanks de vaardigheid die je al hebt en nu technisch gezien in staat bent om les te geven, je nog eindeloos veel bij kan leren. Er zijn altijd wel foutjes of details die beter kunnen!
Wat zit er in onze sportzak?
Om al deze zaken veilig te beoefenen is er ook de nodige discipline, respect en natuurlijk ook uitrusting aanwezig. Een basisuitrusting bestaat uit een Hakama en Gi; een wijde broek en stevig vest samen met een Shinai en bokken. Een zwaard gemaakt van bamboelatten om mee te sparren en een tweede van hout voor Kata’s. Later, wanneer een Kendoka enigszins gevorderd is, komt daar ook nog een Bogu bij. Die bestaat uit verschillende onderdelen die elk een deel van het lichaam beschermen. Eerst is er zeer iconisch de “Men”: een helm met een metalen raster aan de voorkant dat zowel het hoofd als de keel beschermt. Op het bovenlichaam draagt men een “Do” en om de polsen te beschermen dragen we “Kote’s”, beschermende wanten zo je wil. Uiteindelijk is er nog een “Tare”, deze beschermd de bovenbenen voor het geval een tegenstander te laag zou slaan.
Hoe ziet zo een training eruit, waar kan ik me aan verwachten?
De meeste trainingssessies verlopen volgens een regelmatig en gelijkaardig stramien aan andere Japanse krijgskunsten. In het begin en op het einde van elke training word er dus traditioneel op- en afgegroet. We beginnen steeds met een goede opwarming en stretch van de nodige spieren. Deze opwarming gaat meestal verder in technieken die vaak ook nog een opwarmend karakter hebben, hetzij puur voetenwerk of verschillende reeksen van basistechnieken. Afhankelijk van hoe dit verloopt gaan we over naar andere technieken en meer geavanceerde oefeningen. Vervolgens word er een kort respijt genomen voor de gevorderden om hun Bogu volledig aan te doen. Afhankelijk van hoe de training tot nu toe verloopt kunnen er nu meer technieken geoefend worden, vaak aan een minder technisch en meer explosief tempo of wordt er al dan niet licht gespard (in kendo word er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen Shiai, de echte wedstrijdvorm, en Jikeiko, een lichtere en eerder didactische versie). Uiteindelijk, eens iedereen goed in het zweet staat en afhankelijk of er nog tijd is worden er op het einde van de training nog Kata’s geoefend.
Dit lijkt me best cool, kan ik eens komen kijken?
Jazeker! Veel liever hebben we zelfs dat je dan een training mee komt volgen! De eerste 2 trainingen zijn toch volledig gratis en we geven een persoonlijke begeleiding en uitleg bij de basis en de verschillende oefeningen die we doen. Stuur een mailtje of een bericht via onze facebookpagina zodat we weten dat je eraan komt en dan ben je meer dan welkom. Voor zo een training heb je niet veel nodig: een t-shirt en trainingsbroek zijn voldoende. Voor de voeten hoef je niets speciaals te voorzien: we trainen namelijk altijd blootvoets! Daarnaast heb je enkel nog een goede portie enthousiasme nodig en je kan beginnen. Een shinai en bokken kan je lenen van de club.